EKKER (Albert Hendrik Arnoldus), neef van den volgende, was van 1854-88 rector van het gymnasium te Kampen, na eerst van 1849-53 praeceptor aan 't gymnasium te Utrecht geweest te zijn. Hij was in Vollenhove 18 Sept. 1823
geb., en overl. te 's Gravenhage 5 Jan. 1899; studeerde te Utrecht in de letteren en promoveerde 20 Mrt. 1849 op een diss.: De choroAeschyleo. Verder schreef hij behalve een aantal bijdragen in tijdschriften en couranten, o.a.: Brieven over gymnasiën en latijnsche scholen (1854); Over de Nederl. weerbaarheid (1869) en Voorbereidend Hooger Onderwijs en het Ontwerp-Geertsema (1874). In 1858 werd een latijnsch gedicht van hem, getiteld Exeunte Octobri; ad filiolum carmen, door de Kon. Acad. v. Wetensch. met de gouden medaille uit het legaat Hoeufft bekroond, terwijl hij in 1872 een Volkslied 1 Apr. 1872 vervaardigde, dat gezongen werd op de wijze van Die Wacht am Rhein.
Zuidema
