DUVENVOORDE (Jan II van), heer van Duvenvoorde, Noordeloos, Starrenburg en den Bossche, zoon van Arent V (kol. 768), overl. 31 Aug. 1544. Hij werd 1503 hoogheemraad van Rijnland en huwde 1491 Elisabeth van Renesse, dochter van Frederik, heer van Everingen enz., en van Theoderica van der
Maelstede, erfdochter van Ellewoutsdijk. Hieruit: 1o. Arent VI (kol. 769), 2o. Adriaan, werd in 1560 deken der Groote kerk te Dordrecht, overl. 1575, een bastaardzoon Arent nalatend, die eerst gouverneur van Zutphen was, in 1593 (als luit.-kol.) van Geertruidenberg en 1599 van Schenkenschans, overl. 4 Juni 1602 tijdens het beleg van Oostende aan de pest, begr. Oude Kerk, Delft, nalatend bij Geertruyd Ruychaver eene dochter Griet (geb. 1589), gehuwd 1618 met
Jacobus van Thienen, schout van Grootebroek; 3o. Jan III die volgt; 4o. Frederik, zonder kinderen overl.; 5o. Theodora, huwde 1517 Jacob v.
Zuylen v. Nyevelt, heer v. Hoevelaken en Gerestein, maarschalk en lid der ridderschap van het Sticht, overl. 1545, zoon van GerhardenHille van Z.v.N. Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 85.
Obreen
