NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Duvenvoorde, gijsbert i van heer van den bossche

betekenis & definitie

DUVENVOORDE (Gijsbert I van) heer van den Bossche, zoon van Arent V (kol. 768) en stamvader van den takObdam, stierf 1510 en begr. te Haarlem op het koor

derGroote kerk, Hij huwde: 1o. 1494 Arendina van Almonde, dochtervan Mr. Jacob, heer van Wena,

Maasland en Altena, stadhouder van de leenen van de Lek en Polanen, hoogheemraad van Delfland en Schieland 1493, raad in den Ilove van Holland 1480, overl. 1504enCatharina van Eversdijck; hieruit één zoon Arent, in 1558

kinderloos overl.; 2o. 1503 Anna van Noortwijck, erfdochter van Obdam, Hensbroek, Spanbroek en Opmeer, dochter van Jacob, heer dier plaatsen en N.N.van der Beets;zij overl. 1551, oud 65 jaar, nalatend vier kinderen, waarvan wij noemen: Jacob (1) (kol. 770) en Adriana, overl. 1542, begr. kerk Overschie, die 1531 huwdeAdriaen van Matenesse.

Hij is knielend met zijn tweede vrouw, zijn kinderen, zijn schoonouders, en zijn zwager en diens vrouw voorgesteld op een door Jan Mostaert geschilderde triptiek

in het Museum te Bonn. (In E.W. Moes, Iconographia Batava (no. 130) wordt deze schilderij verkeerdelijk genoemd als voorstellende leden der familie van Alkemade). Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 125.

Obreen

< >