NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Donnadieu, dr. carel frederik

betekenis & definitie

DONNADIEU (Dr. Carel Frederik), geb. 5 Juni 1812 te Amsterdam, overl. te Delft 15 Maart 1858; zoon van Frederik Carel Donnadieu, referendaris bij het Min. v. Binn. Zaken en Petronella Johanna Schaalje.

Hij bezocht de departementale school en later de latijnsche school te 's Gravenhage, daarna het Lyceum te Brussel en vertrok in 1830 naar de Hoogeschool te Leiden, waar hij 22 Juni 1835 promoveerde tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift: Positiones variiargumenti. Hij huwde met Maria Catharina Nieuwenhuizen. Hij begon zijn loopbaan als geneesheer te Naaldwijk en vestigde zich in 1835 te Delft. Zijn liefde voor de natuurwetenschappen maakte, dat hij zich vooral toelegde op de scheikunde, zoodat hij na de oprichting der Kon. Akademie ter opleiding van ingenieurs enz. 25 Febr. 1843 werd benoemd tot leeraar in de scheikunde. 30 April 1846 verkreeg hij den titel van hoogleeraar.

Hij was van 1844-1847 hoofdredacteur van het Tijdschrift voor handel en nijverheid, waarin verschillende artikelen van zijn hand verschenen.

Bovendien schreef hij: Fr. Koehler, De scheikunde met betrekking tot het fabriekwezen, naar de 4de uitg. uit het Hoogduitsch vertaald (Delft 1845-46, 2 dln. 8o.); C.R. Fresenius, Handleiding tot de qualitative chem. analyse. Naar de 9de uitg. uit het Hoogd. verf. (Delft 1856, 8o.); K. Holtzmann, Grondbeginselen der werktuigkunde. Uit hetHoogd. overgebracht (Delft 1851). Zijn portret werd gelithographeerd doorC.W. Mieling.

Roelofs Heyrmans

< >