NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Dikema, freerk melles

betekenis & definitie

DIKEMA (Freerk Melles), handelsagent en populair dichter, met name in het groningsche volksdialect, geb. 27 Jan. 1822 te Hoogezand, overl. te Groningen 10 Jan. 1909, schreef: Feestdagen (1850); Edele daden in dichtmaat geschetst (1852); Hulde aan den goeden geest des tijds (1854); Een uit velen (1856); Gedichten en schetsen (1865); Ontboezeming (1867); Gedichten, meteen voorwoord van A. Winkler Prins (1873); IJsliedjes (1880); Aan den St Maartenstoren bij 't vieren van het Gron.

Academiefeest (1884) en Liederen voor de Societeit van handwerkslieden (1887).Zijn zoon Mello, 2 Mei 1848 te Hoogezand geb. en onlangs in Amerika overl., schreef o.a.: Een oudejaarsavond, drama (1870) en Ikneem een huishoudster, blijspel (1874).

Zuidema

< >