NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Dam, tido van

betekenis & definitie

DAM (Tido van), zoon van Daniel (kol. 491), geb. 1629 te Nieuwland, overl. te Strijen 1689; studeerde te Leiden (ingeschr. 25 Oct. 1642), predikant te Heukelum (1651), Strijen (1671 tot zijn dood). Hij nam als deputaat van de classis Gorinchem deel aan de Synode te Delft 1667, en aan die te Buren 1685.

< >