NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Dam, mr. pietervan

betekenis & definitie

DAM (Mr. Pieter van), geb. te Amersfoort 8 Oct. 1621, overl. te Amsterdam 17 Mei 1706 en aldaar begr. in de Oude Kerk (graf nog aanwezig), zoon van mr.

Willem van Dam (1), en van diens eerste vrouw, Elysabet Poeyt van Overrijne (kol. 682). Hij promoveerde 1644 te Leiden, werd eerst advocaat voor den Hove van Holland (1644), in 1651 advocaat voor het Hof van Utrecht, hoewel hij sedert 1648 (of eerder) te Amsterdam woonachtig was. Hij werd hier advocaat van de O.I. Compagnie; 17 Juli 1652, na vele moeilijkheden over zijn benoeming, aangesteld tot buiten-bewindhebber der O.I. Compie. ter Kamer Amsterdam voor de provincie Utrecht, doch reeds 18 Sept. d.a.v. benoemd tot advocaat (d.w. eigenlijk secretaris) der O.I. Compie., welke functie hij tot zijn dood, d.i. gedurende bijna 54 jaar, ‘met de grootste reputatie en lof, en met alle eer en trouwe’ heeft bekleed.

Hij was als advocaat tevens secretaris van de vergadering van H.H. Zeventienen, die het centraal bestuur der Compagnie vormden. Bij resolutie van dit college, d.d. 13 Mei 1676, werd hij bevorderd tot eersten advocaat der Comp., zijn zoon, Mr. Willem van Dam, die hem reeds sedert 15 Mei 1673 had bijgestaan, tot tweeden advocaat. Mr. P.v.D. vroeg 27 Nov. 1688 wegens hoogen leeftijd zijn ontslag als ad- vocaatderCompie. Op de ‘gereitereerde instantiën van H.H. Zeventienen en nog nader gebruykte persuasiën met betuyginge hoe gantsch aengenaem het de vergadering soude wesen, by aldien hij zig tot de voorsz. continuatie soude konnen laten disponeren’, bleef v.D. aan. Bij res. van H.H. Zeventienen d.d. 9 Juli 1693 werd hem opgedragen een ‘pertinente en naeukeurige beschryving te maken van de constitutie, regering en handel der Compagnie, van haer begin en geboorte af’. v.D., die van den dagelijkschen arbeid der Compie. ontheven werd, werkte bijna 8 jaaraan de hem opgedragen taak. 10 Mrt. 1701 diende hij, bijna 80jaaroud, zijn lijvigen arbeid in aan H.H. Zeventienen, wien de beschrijving ‘bysonder aengenaem en gevallig’ was.

Dit werk, 8 deelen tellende van gemiddeld 500 bladen (benevens 2 deelen met inhoud en register) bestaat nog en berust (één verloren geraakt deel uitgezonderd) op het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage. Hij is tweemaal

gehuwd geweest: 1o. 3 Mrt. 1648 met Lydia van Segwaert (overl. 25 Oct. 1663 te Utrecht), dr. van Mr. Bartholomeus en van Adriana van

Crayesteyn; 2o. 26 Oct. 1666 met Ann a Hasselaer (overl. 19 Jan. 1689 te Amsterdam), dr. van Nicolaes en van Sara Wolphaerts van Diemen. Uitzijn eerste huwelijk o.m. zijn (kol. 683) genoemde zoon, Mr. Willem v.D. (2); uit zijn tweede huwelijk geen kinderen.

Zie: Nijhoff's Bijdragen, 4 R. V, 275 vlg. (met vermelding van alle bronnen).

van Dam van Isselt

< >