NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Dam, johannes van

betekenis & definitie

DAM (Johannes van), geb. te Utrecht 6 April 1805, overl. te Leiden 12 Juli 1877, zoon van Theodorus v.D. en Henrica van Nes. Vóór de belgische omwenteling was hij van 1827 tot 1829 onderwijzer in het Bedelaarsgesticht ‘la Cambre’ bij Brussel, en van 1829 tot 1831 in het centraal tuchthuis te Gent.

< >