NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Coenders van helpen, barend

betekenis & definitie

COENDERS VAN HELPEN (Barend), heertot Fraem, Huisinghe, Moercappel, Faan, Sartingehuizen, Menkeweer, enz., geb. te Groningen in Juni 1601, ridder in de Orde van St. Michiel (vóór 1624), president der Ommelanden, Gecommitteerde voor Groningen in de Generaliteitsrekenkamer, herhaaldelijk afgevaardigde ter Staten-Generaal, zeerfranschgezind en herhaaldelijk naar Frankrijk gereisd, vooral tijdens Frederik Hendrik invloedrijk staatsman, gevolmachtigd gezant der Staten aan het hof van Denemarken (1639) en in Zweden (1677), in welke functie hij in 1678 te Kopenhagen overleed.

< >