NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Callenfels, hartmann gottfried, baron of freiherr (joncker) von stein

betekenis & definitie

CALLENFELS (Hartmann Gottfried, baron of freiherr (joncker) von Stein), geb. ± 1602, overl 16 Nov. 1667. Op 15 Jan. 1641 huwde hij metjonkvrouwe Anna van Hinderson, dochter van wijlen Robert v.H., kolonelcommandant van een regiment Schotten.

Hij stamde uit een oud, adellijk geslacht, Callenfels of Kaldenfels, afkomstig uit den Pfaltz. Hij nam deel aan de expeditie die in het jaar 1629 door de West-Indische Compagnie naar Brazilië werd gezonden, onder leiding van den generaal Hendrik Corneliszoon Loncq; kolonel Diederik van Waerdenburch had het commando over de landingstroepen. Op 16 Maart werd de marsch naarOlinda aangevangen, waarbij v. St. C. de hoofdmacht commandeerde. Na het overtrekken van het riviertje de Rio Docé werd de daarachter gelegen stelling, verdedigd door de Portugeezen onder Albuquerque, vermeesterd. Vervolgens werd Olinda en het daarachter gelegen Noorderfort genomen. Daar de pogingen van de vloot om de twee sterkten

St. Jorge en het kasteel S. Francino gelegen op het Récif, ten zuiden van Olinda, te veroveren, mislukt waren, werd een gedeelte der landingstroepen onder v. St. C. daartoe aangewezen. Op den 20 Febr. trachtte hij het fort S.

Jorge, met 24 stukken bewapend, stormenderhand te nemen, doch dit mislukte. Op 2 Maart gaf het fort zich na een regelmatig beleg over, tegelijk met het kasteel S. Francino. Op 3 Maart veroverde v. St. C. het eiland Antonio Varo, waar nu Fernambuco ligt.

Op 22 April 1631 verliet hij met 14 schepen en 1260 man het Récif om zich meester te maken van het ten noorden gelegen eiland Itamarca. Daar de vijand dit echter zeer versterkt en sterk bezet had en het teirein voor een aanval hoogst ongunstig was, werd van een attaque afgezien doch tegenover het eiland het werk Orange gebouwd. Op 5 Dec. ging v. St. C. met 1600 man naar Parahiba, om zich van deze plaats en het nabij gelegen fort meester te maken. Deze onderneming mislukte, in weerwil van enkele behaalde voordeelen, door ziekte onder de troepen enz. en op 14 Dec. was men op het Récif terug.

In het voorjaar van 1632 ging v. St. C. met een deel der vloot naar het vaderland terug, waar hij in 1632 werd aangesteld tot kapitein en in 1634 tot luitenantkolonel. In 1635 diende hij in het regiment van Hendrik Casimir van Nassau. In 1638 was hij luit.-kolonel van een regiment te voet, sergeantmajoor en commandant van Breda, 29 Nov. 1639 commandant van Maastricht en werd op 13 Oct. 1641 als zoodanig bevorderd tot kolonel. 20 Juni 1644 maakte hij zich, met een gedeelte der bezetting van Maastricht, meester van het stadje Daelhem met het daarbij gelegen slot, 25 Juni van Valkenburg en onmiddellijk daarna van 's Hertogenrade, waardoor de hoofdsteden der drie landen van Overmaas met verschillende dorpen enz. weer in het bezit van de Staten kwamen. In 1665 richtte hij een regiment Walen op voor de provincie Holland.

Zie: P.M. Netscher, Les Hollandais au Brésiï, G. Engelberts Gerrits, Gedenkstuk v. Neerl. Heldend. terZee I, 313 vlg., aangevuld uit familieberichten.

Eysten

< >