NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Buschman, petrus (1)

betekenis & definitie

BUSCHMAN (Petrus) (1), geb. te Brüggen in hetGuliksche 1642, overl. te Ravestein 4 Febr. 1733, zoon van Petrus (den broeder van Godefridus, geb. 1613, zie volg. art.), kleinzoon van Petrus Buschman (overl. 15 Oct. 1640, predikant te Brüggen) en Catharina von Wildenrath. Hij bezocht de latijnsche school te 's Hertogenbosch waar Clemens Keuchenius,de echtgenoot zijner tante Geertruida Buschman, prorector was, studeerde in de theologie te Duisburg, daarna in 1665 te Utrecht en werd in 1666 tot het predikambt toegelaten.

< >