BRONCKHORST (George van), geb. te Keulen 30 April 1600, Jezuïet 2 Oct. 1616, priester 28 Maart 1626, gest. 7 Aug. 1633 te Leeuwarden. Hij was een afstammeling der adellijke Bronckhorsten, zijn vader was Lambertus van Bronckhorst, zijn moeder was een dochter van den drost van Harlingen, George van Espelbach. In 1630 richtte hij te Dokkum, waar sinds 1580 geen pastoor meer aanwezig was, de eerste Jezuïetenstatie op. Hij verbleef echter op het kasteel der familie Peyma en bezocht vandaar uit de omliggende grietenijen. Ofschoon zwak van gezondheid werkte hij onverdroten voort onder ontbering en tegenkanting. Te Leeuwarden, waarheen hij zich ter genezing zijner ziekte begeven had, overleed hij ten huize van Dr. van Campen, die zijn lijk naar de woning van jonkvrouwe Anna van Espelbach, een tante van B., deed vervoeren. Het werd begraven in de Dominikanerkerk in het familiegraf der Dekema's.
Zie: Arch. Bisd. Utrecht IV, 100; V, 294; W.v.d. Heyden, Verhaal van de Verrigtingen derJezuieten in Friesland (Leeuwarden 1842) 104, 115.
Derks