NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Boetzelaer, wessel van den (4)

betekenis & definitie

BOETZELAER (Wessel van den) (4), heer van Langerak, Asperen en Goudriaan, geb. omstr. 1437, overl. 21 (31) Juli 1492 (Rademaker's Kabinet geeft op: 21 Juli 1497) en begr. te Asperen, zoon van Rutger (4), hiervóór, en van Elburg van Langerak.

Hij vierendeelde zijn wapen met Langerak, werd met zijn vader en zijn broeder Johan in 1457 vermeld en verkreeg in 1461 door transport van zijn genoemden broeder Angemende en Zeddam, bij diens dood ook de kleefsche leenen met den Boetzelaer (1469).

< >