BERNARD (Jacques), predikant, later hoogleeraar, geb. 1 Sept. 1658 te Nyons in Frankrijk, overl. te Leiden 27 Apr. 1718, zoon van Salomon B., predikant en Madeleine Galatin.Hij ontving zijn eerste onderricht te Die, stadje in de Dauphiné en bezocht vervolgens de universiteit van Genève, alwaar hij met zijn vriend en bloedverwant Le Clerc in de godgeleerdheid en wijsbegeerte studeerde. In 1679 werd hij tot predikant benoemd te Venterol, daarna te Vinsobres. Toen de kerk van laatstgenoemd stadje door de ketterjagers werd afgebroken, vereenigde Bernard zijne getrouwen op de steenhoopen en bood weerstand aan de soldaten, die hen wilden verspreiden. Dit voorval noopte hem het land te verlaten; hij vestigde zich eerst te Genève, later te Lausanne en voorzag door lesgeven in zijn onderhoud. In 1685 nam hij met zijn vader de wijk naar Holland. De stad Gouda schonk hem een jaargeld en benoemde hem tot buitengewoon predikant bij de waalsche gemeente. In 1687 huwde hijLucrèce Chaulié,diehem een zoon en twee dochters schonk. Hij vestigde zich in 1689 te 's Gravenhage, waar hij cursussen in wijsbegeerte en wiskunde opende; dit belette hem niet zijne predikbeurten in Gouda te blijven waarnemen. Vanaf 1691 werd hij mederedacteur der Bibliothèque universele, tijdschrift door Le Clerc opgericht en dat in 1693, bij den dood van den uitgever, ophield te bestaan. Ook vervolgde hij van Jan. 1699 tot Dec. 1710 en weder van 1716 tot aan zijn dood, de door Bayle begonnen Nouvelles de la République des Lettres. In 1705 werd hij tot predikant bij de waalsche gemeente te Leiden beroepen, eene benoeming, die hij lang gewenscht had, maar die, wegens Bernard's vooruitstrevende leerstellingen, langen tijd door de regeering was tegengewerkt. Kort daarna bood de leidsche universiteit hem een lectoraat in de wijsbegeerte aan en 29 Febr. 1712 volgde hij prof. de Volder op als hoogleeraar in de wijsbegeerte en wiskunde. In zijn vrijen tijd bekwaamde hij jonge, fransche theologen voor het predikambt. Als predikant en hoogleeraar muntte hij meer door ijver dan door welsprekendheid uit; als redakteurder beide letterkundige tijdschriften deed hij voor Le Clerc en Bayle onder. Bernard zou een groot geleerde zijn geweest, wanneer zijn uitgebreide kennis aan diep inzicht gepaard gegaan ware. Op wetenschappelijk gebied was hij een volgeling van Cartesius, later van Newton; als politicus was hij de republikeinsche denkbeelden toegedaan. Evenals Bayle, dien hij echter op ander gebied bestreden heeft, was hij een voorstander der verdraagzaamheid.
Voornaamste werken: Histoire abrégée de l'Europe (Leiden 1686 en 1688); Epistola Tolerantiae (Gouda 1689); Actes et mémoires des Négociations de la paix de Ryswick (den Haag 1697,1707 en 1725); Recueil des Traités de paix, de trève, de neutralité enz. (den Haag 1700, 4 dln); Oratio inaug. de philosophiae utilitate et necessitate (Leiden 1712); Traité de la repentance tardive (Amst. 1712); De ' Excellence de la religion chrétienne (Amst. 1714; dit werk, dat tegen de Deïsten gericht was, werd in het Duitsch vertaald, Wismar 1754 en doorGellert hoog geroemd. Het bevat voorin eenige brieven van Chatelain.) Zie voor eene volledige bibliographie het hieronder vermelde werk van Haag.
Zijn portret door een onbekende bevindt zich in de universiteit te Leiden.
Zie:Siegenbeek, Gesch. derLeidschehoogeschoolII,T.en B. 171; Paquot, Mémoires VI, 351-58; Haag, La France protestante i.v. Masson gaf 43 brieven van B. uit in het Buil. soc de l'hist. du prot fr. XIX; zie ook O. Douen, Les premiers pasteurs du désert (1685-1700) d'après d. documents inédits (Paris, 1879).
Serrurier