NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bergsma, johannes casparus (1)

betekenis & definitie

BERGSMA (Johannes Casparus) (1), geb. 16 Oct. 1746 te Dokkum, overl. op zijn buitenverblijf te Metslawier27 Juni 1793, zoon van den secretaris en gedeputeerde Willem Bergsma en Rimelia Schik, was in 1765 jur. cand. aan de franeker hoogeschool, waar hij bevorderd werd tot jur. utr. dr. In 1768 werd hij benoemd tot gecommitteerde raad ter admiraliteit van Amsterdam wegens Friesland, in 1783 tot secretaris van Dantumadeel, in 1785 grietman van Franekeradeel, in welke hoedanigheid hij zitting verkreeg in de vergadering van het mindergetal van Oostergo.

< >