BERGH (Abraham van den), geb. te Kampen, was plaatsnijder te Amsterdam, waar hij 17 April 1682 een huis aan de Eglantiersgracht kocht. Als weduwnaar van Swaentje Luycas ondertrouwde hij 15 Jan. 1683 te Amsterdam metAnnetj e Hermans.
Zie: Obreen'sArchief II, 5; Oud-Holland II, 63.
Moes
BERGH (Jan van den), geb. te Alkmaar in 1587 of 1588 en gest. te Yperen, was de zoon van een schoolmeester. Hij was leerling van Goltzius, maar moest zijn vader als ondermeester volgen, toen deze naar Brabant verhuisde. Ondertusschen bleef hij zich op eigen gelegenheid in de kunst oefenen, waardoor hij kennis maakte met Rubens, die hem aanstelde tot rentmeester van zijne bezittingen. Hij moest daarvoor te Yperen gaan wonen, waar hem in 1625 een schilderij besteld werd voor de kapel der schepenen. Ook voor de kerk te Zarre in Oost-Vlaanderen schilderde hij
een tafereel voor het hoogaltaar. Zijn zoon Matthijs van den Bergh teekende in 1649 zijn portret, dat in het Prentenkabinet te Dresden berust.
Zie:HoubrakenII,15;A.Vandenpeereboom, Yprianal, 177;J.Weale, Les églises du doyenné de Dixmude.
Moes