NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Beer, thomas de

betekenis & definitie

BEER (Thomas de), geb. te Brussel 21 Dec. 1635, gest. te Mechelen 29 Dec. 1703. Hij was 28 Sept. 1659 in de Societeit van Jezus getreden en vertrok 4 jaar na zijn priesterwijding (1668) naar de noordelijke Nederlanden. Te Arnhem verbleef hij van 1672-1679. Toen de Franschen de stad hadden genomen, kwam hij uit zijn schuilhoek te voorschijn en vertoonde zich op straat, gekleed in een Jezuïetentoog. Hij stond spoedig in hooge gunst bij den prins van Condé en den kardinaal van Bouillon, waarvan hij gebruik maakte om aan de protestantsche ingezetenen eenige verzachting in hun behandeling te bezorgen. Tevens richtte hij de lokalen zijner woning tot een Jezuïetencollege in en verkreeg tot dit doel van zijn oversten drie medehelpers. Maar nog voordat een jaarcursus doorloopen was, ging zijn stichting, door het vertrek der fransche troepen, weer te niet. De protestanten bleven echter de B. dankbaar voor zijn bemiddeling. Inzonderheid genoot hij de vriendschap van den graaf van Athlone, bevelhebber der staatsche troepen. Herhaaldelijk bezocht de B. Nijmegen, om ook daar de katholieken moed in te spreken. In 1579 keerde hij naar de zuidelijke Nederlanden weer.

Zie: Arch. Bisd. Utrecht I, 444; Archief S.I. te Maastricht.

Derks

< >