NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Baumhauer, emile jean guillaume von

betekenis & definitie

BAUMHAUER (Emile Jean Guillaumc von ), broeder van den voorg. 29 Jan. 1819 te Brussel geb., overl. 9 Febr. 1848 te Utrecht,

De omwenteling van 1830 noopte de familie von Baumhauer de wijk naar Holland te nemen, waar zij zich te Utrecht metterwoon vestigde. Daar ontving von Baumhauer onderwijs aan de latijnsche school en werd hij in September 1835 als student in de letteren ingeschreven. Behalve op de letterkunde, waarin hij 2 Mei 1843 den doctorstitel behaalde, legde v.B. zich ook op de natuur- en geneeskunde toe. Na zijn propaedeutisch examen was hij een drietal jaren achtereen werk zaam in G.J. Mulder's scheikundig laboratorium. Jan. 1844 werd v.B. als candidaat, assistent op de kraam zaal, onder leiding van den lector J.A.

Mulder. Hij bleef evenwel niet lang in die betrekking, want reeds in Augustus begaf hij zich naar Amsterdam, waar hem een plaats als internist in het Buitengasthuis was aangeboden. Hij werd 10 Juni 1845 tot med. doctor bevorderd. Spoedig daarop volgde de benoeming tot tweeden geneesheer aan bovengenoemd gasthuis, in welke betrekking hij ruimschoots gelegenheid vond zich onder leiding van Schneevogt verder in de geneeskunde en in het bizonder in de psychiatrie te bekwamen. 1 Juli 1846 behaalde von Baumhauer den titel van doctor in de verloskunde.

Ook in Amsterdam zou hij niet lang blijven.

Eenige dagen na zijn promotie tot chirurg. doctor -19 Mrt. 1847 - vertrok hij naar Deventer om de betrekking van geneeskundige aan het krankzinnigengesticht te aanvaarden. Een benoeming tot lector in de verloskunde te Utrecht, als opvolger van J.A. Mulder, sloeg von Baumhauer af; het buitengewone professoraat hem daarop aangeboden, werd door hem aangenomen; de benoeming volgde 15 Oct. 1847. Alvorens de nieuwe betrekking te aanvaarden, ondernam hij een studiereis naar Berlijn - waar het toeval hem in de gelegenheid stelde in de Charité hulp te verleenen aan de talrijke gekwetsten van den opstand van 18 Mrt. 1848 - daarna naar Weenen en Praag. Teruggekeerd, aanvaardde v.B. 22 Juni 1848 het hoogleeraarsambt in de verloskunde. 7 Dec. van hetzelfde jaar trad v.B. te Deventer in het huwelijk met P.O. Fetmenger.Niet lang mocht de veelbelovende, en door zijn leermeesters geprezen jonge man in den nieuwen werkkring werkzaam zijn. Een kortstondige ziekte maakte een eind aan zijn leven.

Hij schreef: Commentatio philosophico-literaria in librum qui inter Hippocraticos exstat negiyuoiog av-&gdmou. (Traj. ad Rhen. 1845); Ontleding van eenige soorten van runderbloed, in Scheik. onderzoek, gedaan i.h. Laborat. der Utr. Hoogeschool, uitgeg. d.G.J. Mulder I (1842) 510; Specimen toxicologico-medicum de venenis irritantibus anorganicis; Over de noodzakelykheid, die er bestaat om klinisch onderwys op eene ruime schaal te geven, en de behoefte die daaruit voortvloeit om groote verzamelplaatsen voor zieken op te rigten. Rede. (Utrecht 1848).

Zie: Levensschets door van Goedoeverin Utr. Studenten- Almanak 1850; NieuwStatist. - Geneesk. Jaarb. v. h. kon. d. Nederl. voor 1850-1851, uitgeg. door L. Ali Cohen,205.

van Leersum

< >