NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Baerland, hubert van of barlandus

betekenis & definitie

BAERLAND (Hubert van) of Barlandus, geb. te Baarland i n het e i nde der 15e of beg i n 16e eeuw, neef van den vori gen en van Jan van Borssele, deken van Zandenburg te Veere, waar hij kennis gemaakt kan hebben met Erasmus, studeerde in de philosophie te Leuven, waar hij ook den privaten cursus van Jean Louis Vives in grammatica en rhetorica zal hebben gevolgd, en het licentiaat in de medicijnen verwierf. Door zijne leermeesters opgevoed in de leer van Avicenna verloor hij zijn vertrouwen daarin toen hij ter voltooiing zijner studiën de hoogeschool te Parijs bezocht, waar de grieksche school werd onderwezen.

Behalve Montpellier, waar hij de lessen volgde van Jean Falcon of Faucon, bezocht hij, zich tevens wijdende aan het door zijne ambtgenooten weinig geachte herboriseeren, ook andere deelen van Frankrijk en wellicht ook Italië. Het gerucht van een aanstaanden oorlog deed hem in 1528 zich terugtrekken in Franche Comté, waar wellicht de hoogeschool te Dole hem aantrok. Op verzoek van eenige vrienden huiswaarts keerend, reisde hij naar Bazel, waar hij zoowel de universiteit als Erasmus bezocht en vertoefde eenige maanden te Straatsburg, van waar hij zich in een schrijven aan Erasmus van 30 Dec. 1528 beklaagde niette Tübingen den mathematicus Stoefflerte kunnen gaan hooren. Te Straatsburg bezorgde hij eene uitgave der Medicinales epistolaeJo. Manardi met een Epistola Hub. B. ad medicinae apud Lovanienses studiosam iuventutem (Arg. 1529).

In de Nederlanden teruggekeerd, werd hij in hevige twisten gewikkeld met den leuvenschen hoogleeraar Noot, voorstander van Avicenna's leer, die nog werd voortgezet, nadat v.B. zich in 1530 of voorjaar 1531 als geneesheer te Namen had gevestigd, waar hij zich wederom met kruidkundige studiën bezighield, omgang had met den chirurg Jean Wendius uit de abdij van Boneffe en een maecenas vond in den gouverneur der provincie, Antoine van Bergen; genoemde twisten eindigden met een volkomen breuk na de publicatie in Febr. 1532 van v.B.'s Velitatio cumArn. Nootz... qua doceturnon paucis abuti nos vulgo medicaminibus simplicibus.... Deinde obiter agitur de venae in pleuritiae sectione etc. (Antv. 1532). Niet lang daarna verliet hij Namen om ‘ghegagiert medicijn’ te worden der stad Veere, waar hij reeds woonde Oct. 1533, toen hij een geschrift van Galenus als de Paratu facilibus libellus (Antv. 1533, tot 1609 herdr.) vertaalde. Ook werd hij daar medicus van den heer van Veere, Adolfvan Bourgondië. Half Aug. 1535 een veertien dagen te Bergen op Zoom vertoevende, toen zijn oom Adr.

Ael. B. overleed, sprak hij daar tevens den antwerpschen medicus Pieter van Moerbeke of Morbecanus over het gebruik van uit zekere kruiden en wortelen genomen aftreksels, welke voorvallen aanleiding gaven tot ds uitgave der, ook van een schrijven van Morbecanus aan v.B. voorziene Epistola medica de aquarum destillatarum facultatibus, de Adr. Aelij B. mortis genere hacque occasione multa obiter de fluxuum ventris ethaemorrhoidum generibus etc. (Antv. 1536). V.B. vertaalde ook de homiliën van St. Basilius, die uitkwamen als D. Basilii De agendis Deo gratiis sermo et in Julittam martyrem (Lov. 1541).

Of hij toen nog leefde is niet zeker en of hij de schrijver is van de voorrede eener vertaling door Joh. Ruellius van Dioscurides' De medicinali materia ll. VI (Lyon 1550), gemerkt H.B.P. en gedateerd Lyon 1550, twijfelachtig. Een brief van Erasmus, die v.B. prijst als een ervaren arts van aangename verkeering en voorbeeldige zeden, gedagteekend Freiburg 8 Juni 1529 is algedrukt in Erasmi Opera omnia III (Lugd. Bat. 1703) 1194-1202; eerstgenoemde brief in van der Haeghen, Bibliotheca belgica S. II in voce, waarheen ook voor nadere bizonderheden kan worden verwezen.

de Waard

< >