NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Bacot, gerard

betekenis & definitie

BACOT (Gerard), geb. te Leeuwarden 19 Mrt. 1684, gest. te Koudekerke 3 Jan. 1735, zoon van François B. enJosina Hulscher, studeerde te Franeker onder Renferd, Andala, Vitringa en van der Waeyen, werd in 1709 legerpredikant, maar 3 Jan. 1710 beroepen te Koudekerke (W.), waar hij 5 Mrt. is bevestigd en huwde met een dochter van den zeeuwschen kaperkapitein Willem Credo nl. Pauline, in verband waarmede staat zijn zonderling geschrift: Zeeuwsche spectator over den boedel en het testament van capitein Willem Credo. Tot waerschuwing van jonge predikanten om niet ligt voogdijen aan te nemen (30 Apr. 1734). Op B.'s dood bestaat een spotdicht (Zeeuwsch Gen.); zijn zoon Daniel Schafferisde vader van den volg.

Zie: Boekzaal 1735, I, 115, 377-78; Nagtglas, Het huisgezin van den kaperkapitein (in Leeskabinet 1862) 12, 13; Sepp, Staatstoezicht op de godsd. letterk. (Leiden 1891) 159.

de Waard

< >