AUZON DE BOISMINART (Willem Pieter d'), gedoopt te Maastricht 4 Dec. 1776, overl. te Utrecht2 Jan. 1870, zoon van David enDingena Petronella Bollaerts. Hij was een ijverig aanhanger van het huis van Oranje, zooals uit eenige zijner geschriften blijkt, trad in 1787 in den krijgsdienst en nam in 1819 als majoor der infanterie zijn ontslag.
Na tot 1823 te IJsselstein buiten betrekking te hebben geleefd, trad hij opnieuw in dienst als administrateur van kleeding en wapening te Maastricht. Een jaar later werd hij kommandant van het invalidenhuis te Leiden, bleef dit tot 1844 en vestigde zich daarna te Utrecht.Hij schreef: Herinneringen uitden veldtocht van Rusland ('s Gravenh. en Amst. 1824); Gedenkschrift (1788-1840) ('s Gravenh. 1841-45, 3 dln.); Proeve eener herhaalde beschouwing over het wenschelijke der stichting van een asijl voor ontslagen oudgediende krijgslieden van onze Nederlandsche en Indische land- en zeemagt (Utrecht); Gedenkschriften. Tijdvak van 1812. De veldtogt van Rusland (tweede uitgave, 's Gravenh. en Amst. 1840); Moskou en Waterloo. Opmerkingen betreffende de krijgsgebeurtenissen derjaren 1812 en 1815, naaraanleiding der beschrijving daarvan van A. Thiers, in het XIVe en XXe deel van zijne Histoire du Consulat et de l'Empire (Utrecht 1863); Herinneringen van een oud-officier, uithet tijdvak van 1793 tot en met 1815. In verband met de viering van het halve eeuwgetijde derherstelling van Neerlands onafhankelijkheid (Amst. 1863); De gedenkdag van Waterloo (18 Junij 1815) in het licht der geschiedenis en van het nationale pligtgevoel beschouwd.
Voorafgegaan van eenige der meest merkwaardige herinneringen die aan de vroegere en latere bevrijding van den Nederlandschen staat verbonden zijn. Doore en oud officier (Utr. 1861); Eene waardige stichting naar aanleiding van de viering van het vijftig jarig feest van Neerlands herstelde onafhankelijkheid. Een woord tothet volk (Rott. 1863); De Nederlandsche vlag, proeve van onderzoek onder welke driekleur onze vaaderen tegen Spanje gestreden hebben (Utr. 1862).
Verder schreef hij nog verschillende vlugschriften en opstellen, deels afzonderlijk uitgegeven, deels in tijdschriften en couranten.
Zie: J.H.Burlage in Levensber. Letterk. 1870,505; A.J.A. Flament, Catalogus Maastricht (Maastr. 1888-94) I, 703; Milit. Spectator 1870, 366, waar zijn leven en daden als officier uitvoerig vermeld zijn.
Flament