NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Amstel, elisabeth van

betekenis & definitie

AMSTEL (Elisabeth van), ofAemstel, overl. als abdis der adellijke cistercienser-abdij St. Servaas te Utrecht 29 Jan. of Mei 1548. Zij volgde de abdis E. van Lockhorst op en was 1520 Mrt. 4 gekozen en bevestigd door den vaderabt der abdij Johannes Middels van Oudekamp O. Cist. bij Rijnberk (Dodt, Archief II, 286). De lijst der abdissen van Sint Servaas (Matthaeus, Fund. et fat. eccl. 267; of Hist ep. Ultraj. 97) geeft verkeerd 1549 als jaar van haar overlijden aan. Het necroloog van Mariendal (ibid.) 450 resp. 142 vermeldt haar overlijden IV kal. Jun. (29 Mei) 1548. Uit den bevestigingsbrief van hare opvolgster (Fund. et fat. eccl. 270) blijkt, dat zij hare abdij zeer loffelijk had bestuurd, zoodat niettegenstaande de woelige tijden en de aanhoudende hooge belastingen, geëischt door geestelijken en wereldlijken, de abdij bestaande uit 26 nonnen en 3 nieuwelingen met geen schulden belast was. Deze bevestigingsbrief stelt den dood van de abdis op 29 Jan., zeker een fout van den uitgever. De abdis Elisabeth van Amstel is niet te verwarren met een abdis van dien naam, die in de 15e eeuw de cistercienser-abdij Mariendaal bestuurde (Fund. etfata 456) en van wie overigens niets bekend is. Volgens Matthaeus bestuurde een Gijsbert van Amstel de abdij in 1431. Waarschijnlijk is de oorkonde, uitgegeven bij Dodt, Archief, II 283, waarop hij steunt, verkeerd gecopieerd en moet men lezen Lysbeth van Amstel en het jaar 1531. Zie art. Hadwigis Clarenborch.

Fruytier

< >