Vind iets uit en iedereen blijkt daar al veel eerder aan gedacht te hebben. Opeens worden er allerhande passages opgediept die laten zien dat iemands vondst helemaal zo origineel niet is.
Dat is ook het geval met de homeopathie. Maar wat losse gedachten op papier zetten of zelf af en toe wat experimenteren is nog wel heel wat anders dan een compleet systeem op poten zetten. Hahnemann zou zich over dat soort argumenten nooit druk hebben gemaakt. Voor hem was het voldoende dat hij mensen genas. Al gebeurde dat dan ook alternatief. Een woord dat toen nog niet was ingeburgerd, al wonden velen zich wél op over de manier van doen.
Want dé spelregel die tot dan toe in de medicijnen had gegolden, leek zo voor de hand te liggen. Heeft iemand koorts, geef hem dan iets dat tegen die koorts in gaat. Lijdt iemand aan uitslag, dien hem dan iets toe dat korsten, jeuk en ander ongerief verdrijft. Met de middelen die men toen had, werd dat oprecht gepoogd. Maar zo’n anderhalve eeuw geleden lieten de resultaten veel en vaak te wensen over. Toen Hahnemann zijn doktersbul behaalde, wist hij maar al te goed hoe beperkt zijn kunnen en dat van zijn collega’s was.Het gelijksoortige met het gelijksoortige genezen
Door experimenten kwam Hahnemann een natuurwet op het spoor: het gelijksoortige wordt door het gelijksoortige genezen. Een duistere spreuk zo op het eerste gezicht, maar aan de hand van voorbeelden gemakkelijk toe te lichten. Wie ooit uien heeft schoongemaakt en in keurige blokjes of ringen heeft gesneden, kent de dramatische gevolgen. Neemt men geen voorzorgsmaatregelen, dan stromen iemand al gauw de tranen langs de wangen. Is men lang aan de gang-hachee voor het hele gezin! -dan komt daar nog een snufneus bij. Hebt u er trouwens wel eens op gelet dat er dan op uw bovenlip een rode ‘snor’ wordt uitgebeten? Raar eigenlijk, want de tranenvloed veroorzaakt alleen maar een behuild gezicht.
Alles met elkaar een duidelijk stel verschijnselen. Stel u nu voor dat u snipverkouden bent. Uw neus lekt als een kraan met een versleten leertje en bijt duidelijk ‘nummer 11’ op uw bovenlip. Uw ogen tranen van ellende, al irriteert ddt vocht uw wangen niet. Een soortgelijke set symptomen. Het blijkt dat ui, mits op een bepaalde manier bewerkt, een dergelijke neusverkoudheid prompt verhelpt.
Dat is een spelregel die altijd blijkt op te gaan. Wie vroeger werd geteisterd door verstopping, kreeg van zijn huisarts veel calomel. Een kwiktoestand die giftig is en dus met mate te gebruiken. Zelfs dan was de uitwerking nog drastisch. Iemand zat op het toilet of was tenminste haastig onderweg. Maar de verstopping was in elk geval verdwenen.
En nu de homeopathische conclusie: als iemand diarree heeft, geef hem dan een portie calomel! Maar dan wel sterk verdund. Eigenlijk zou men zo’n middel zelf kunnen maken. Wanneer u merkt dat u van aardbeien eten pukkels krijgt, hebt u meteen het middel bij de hand om een anti-pukkelmedicijn te maken. Dat werkt zelfs als u helemaal geen aardbeien lust, maar uw huid wel last van soortgelijke irritaties heeft.
Oertinctuur
Het probleem is-zoals zo vaak-dat het allemaal gemakkelijker gezegd is dan gedaan. Allereerst moet het uitgangsmateriaal panklaar worden gemaakt. Voor meer dan driekwart is dat van plantaardige huize. Soms worden kruiden in de bloesemtijd met wortel en al verzameld, soms zijn het alleen de bloemen of de knoppen, de bladeren of de schors, de wortels of de wortelstokken. Ook worden ze wel gedroogd geleverd, vooral als ze van verre moeten komen. Vaak worden ze door de fabrikanten zelf gekweekt, zodat men de kwaliteit in eigen hand kan houden. Het gebruik van dierlijke produkten en materiaal van minerale komaf is eveneens niet ongebruikelijk.
Planten worden uitgeperst of met alcohol van hun werkzame stof ontdaan. Gedroogde kruiden worden fijngehakt en uitgetrokken in de alcohol. Dat uitgangsmateriaal heet oertinctuur en treft u daar een flacon van aan, dan ziet u een 0 op het etiket.
Potentiëren
De oertinctuur wordt nu verdund, al is dat iets te vlot gezegd. Het is niet zo dat een scheutje oertinctuur in een emmer water de hele buurt van medicijnen kan voorzien. Het gaat allemaal verfijnder in zijn werk. Hahnemann ontdekte al dat het verdunnen trapsgewijze moest gebeuren. Telkens porties van één deel op te lossen stof op negen of zelfs negenennegentig delen alcohol. Verhoudingen dus van één op tien of één op honderd.
Elke keer dat iets verdund wordt, hoort men de inhoud van de fles met forse hand te schudden. Potentiëren heet deze procedure en na elke keer komt er een potentie uit de bus, of liever: uit de fles.
In ons land mengt men meestal in de verhouding één op tien. Een oeroude manier, dat tellen met tientallen. Maar daarvoor is het passende rekenapparaatje-onze vingers-dan ook bij de geboorte gratis meegegeven. Het ‘decimale stelsel’ stond er in de rekenboekjes waaruit ik moeizaam maten en gewichten leren moest. Die D van decimaal staat op vrijwel elk flesje en het cijfer erachter zegt hoe vaak er is gepotentieerd. Leest u D6, dan weet u dat er zesmaal in porties van één op tien geschud is.
Druppels
Over D1 kunt u soms ingewikkelde verhalen lezen. Volledig overbodig, want ook daar is de verhouding één op tien. Tien delen medicijn en wel één deel geneesmiddel en negen delen alcohol. Omdat de oertinctuur al alcohol bevat, hoeft er minder bij om die verhouding te bereiken. Gedroogde kruiden vragen zoveel alcohol dat de oertinctuur meteen als D1 geldt. Het signaal 0 = D1 op een stickertje stelt u dus niet voor raadsels.
Tabletten
Wetenschap is nooit eenvoudig en dus is het verhaal hier niet mee op zijn eind. Want hoe dacht u dat iemand lood of zwavel oplost in een portie alcohol? De industrie gebruikt hier telkens één deel grondstof en negen delen melksuiker om die vervolgens grondig fijn te wrijven. Vroeger ging dat met de hand in een vijzel of in een wat groter en lomper formaat, een mortier. Nu gaat het machinaal, maar in principe is het één pot nat. Of met een wat minder kromme beeldspraak: één pot kurkdroge poeder. Omdat er telkens porties van één op tien worden gepotentieerd, staat er ook op de flesjes met verwrijving een D met een bijbehorend cijfer.
Vroeger nam men een mespunt van dat poeder. Maar telkens in zo’n potje wroeten is niet hygiënisch en wat is trouwens een mespunt? Tussen vlees- en pennemes liggen heel wat mogelijkheden. Vindingrijke farmaceuten hebben er tabletten van geperst.
Korrels
Er zijn druppels en tabletten, maar wie eens rondneust, ziet al gauw een derde vorm: korrels. Kleine rietsuikerkorreltjes die met een alcoholische potentie worden nat gemaakt en dan gedroogd. Prettig voor kleintjes die bij de scherpe smaak van alcohol een keel opzetten en huisdieren die er letterlijk hun neus voor ophalen.