* 3. 10. 1828 te Berlijn, ✝ 23. 2. 1897 aldaar, componist en dirigent, zoon van den muziekonderwijzer Ad. Bargiel en Marianne Tromlitz, gescheiden eerste vrouw van Friedr.
Wieck, en dientengevolge stiefbroeder van, Clara Schumann—Wieck. Leerling van het Leipziger Konservatorium (Hauptmann, Moscheles, Rietz en Gade), vestigde hij zich aanvankelijk als muziekonderwijzer te Berlijn, 'werd daarna leeraar aan het Konservatorium te Keulen, werd in 1865 directeur van de muziekschool van „Toonkunst" te Rotterdam. In 1874 werd hij benoemd tot leeraar aan de Kön. Hochschule für Musik te Berlijn, in 1875 tot leider van een academische meesterschool voor compositie.Bargiel behoort als componist van instrumentale werken tot de richting van Schumann. Van zijn werken vermelden wij een aantal ouvertures, een symphonie, eenige kamermuziekwerken, suites voor piano, twee- en vierhandig, liederen voor vrouwenstemmen enz.