* 5. 7. 1775 te Norwich, ✝ 29. 12. 1847 te Taunton, muzikaal wonderkind, wat niet verhinderde, dat hij intusschen theologie studeerde. Werd 1790 organist te Oxford, 1797 leeraar in de muziek, 1820 lector in de muziek aan de Royal Institution te Londen. 1822 dir. van de nieuw opgerichte muziekacademie, moest 1832 echter aftreden wegens een amourette met eene leerlinge.
Componist van oratoria, glees, anthems, orgelconcerten, enz., schrijver van een leerboek voor den generalen bas: Practical thorough-bass en Questions in harmony (1812), Elements of musical composition (1812 e.v. uitg.)