* 23. 12. 1858 te Schiedam, ontving zijn muzikale opleiding bij W. J.
Reynier en professor M. Lans, later aan de kerkelijkë muziekschool te Regensburg, waar hij het diploma cum laude behaalde. Gedurende 15 jaren leeraar a.h. Bisschoppelijk Seminarie Hageveld te Voorhout bij Leiden, waar hij behalve verschillende kleine koorwerken voor kerkelijk en niet-kerkelijk gebruik ook reizangen voor gemengd koor componeerde bij Vondels Joseph in Dothan (uitgegeven), Lucifer, Peter en Pauwels, Noach en bij een paar tooneelwerken van Calderon. Schreef ook enkele miscomposities en Lof-gezangen. Heeft in zijn leeraarsjaren veel studie gemaakt van het oud-Hollandsche lied. Sinds 1908 is J. pastoor in Den Haag.