* 15. 10. 1852 te Bromberg, ✝ 20. 6. 1925 te Berlijn, harpist. Was, na reeds op achtjarigen leeftijd als harpist werkzaam geweest te zijn bij Kroll te Berlijn, tegelijk met zijn vader (fluitist) verbonden aan een operaorkest te Tiflis.
Na terugkeer te Berlijn ontving hij harponderwijs van Louis Grimm, was 1872—1903 aan de Kon. Opera te Berlijn verbonden, werd 1890 leeraar aan de Hochschule te Berlijn, verwierf 1910 den titel van professor. Componeerde en arrangeerde voor zijn instrument.