* 9. 5. 1849 te Schwöbber, ✝ 18. 10. 1918 te Münster (Westf.), organist, later predikant, door Breslau tot Dr. theol. h. c. bevorderd. Heeft zich verdienstelijk gemaakt op het gebied van den kerkzang, was de ziel van de door hem opgerichte „Ev.
Kirchengesangverein für Westfalen", schreef een Geschichte des deutschen evangelischen Kirchenliedes (1904), en gaf eenige bundels kerkelijke liederen uit.