Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Wilhelm manke

betekenis & definitie

* 25. 2. 1867 te Hamburg, studeerde te Bazel en München. Is in laatstgenoemde stad als criticus woonachtig.

Componeerde vele liederen en de opera's Der Taugenichts (1905), Fanfreluche (1912), Die letzte Maske (1917), Das Fest des Lebens (1926), Thamar (1922), het oratorium Die Vertreibung aus dem Parodies op. 78, de symph. gedichten Einsamkeit op. 40 (naar Nietzsche), Liliencron op. 54, Sursum corda op. 59, Ora pro nobis op. 62 (dram. scene voor sopraan met orkest), Romant. Sinfonie op. 63, symph. voor koor met soli Das Gold. In 1926 werd te München een W. Mauke-vereeniging opgericht.

< >