* 13. 2. 1870 te Bremen, ✝ 13. 9. 1930 te Berlijn. Studeerde te Leipzig en bij Rich.
Strauss te Weimar. Trad aanvankelijk als dirigent op. Sinds 1897 muziek-criticus v. d. Berliner Lokalanzeiger en leeraar in de muziektheorie, o.a. aan het Sternsche Kons. (1919 Prof.) en bekleedde sedert 1925 een leerstoel voor theorie aan de Staatsakademie voor Kerk- en Schoolmuziek. Schreef o.a. biografieën van Richard Strauss (1895) en van Franz Schubert (1907) en eenige theoretische werken.