*25. 10. 1878 te Theresienstadt, ✝ 26. 11. 1922 te Dresden, was Dr. Juris doch studeerde muziek bij C.
Kistler. Werd 1913 ambtenaar bij het onderwijs te Praag, vluchtte 1918 naar Reichenberg, vervolgens naar Dresden. Componeerde de symphonische gedichten Frühling op. 12, Dornröschen op. 17, Die Bremer Stadtmusikanten op. 20, een Ballet-ouverture op. 15, een Ballade voor soli, koor en orkest, de volksopera Maria, liederen, enz.