(genaamd Theodor), * 29. 7. 1821, ✝ 9. 2. 1889 te Berlijn, componist, leerling van de Berlijnsche Kgl. Akademie, daarna geruimen tijd theaterkapelmeester, in welke hoedanigheid hij vele operettes, possen, enz. schreef.
Van 1854 tot 1858 was hij te Parijs om de methodiek der zangmethodes te bestudeeren, daarna weder te Berlijn, waar hij een Deutsche Gesangschule. (1861) uitgaf. Van 1867 tot 1868 was hij te Bazel als zangleeraar; daarna te Potsdam als zoodanig gevestigd.