Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Thomas canivez

betekenis & definitie

* 23. 4. 1877 te Charleroi (van Spaansche afkomst), violoncellist, studeerde a. h. conserv. te Brussel, onder leiding van Ed. Jacob en behaalde 1899 den len prijs.

Spoedig werd hij nu als solo-cellist a. h. „orchestre-symphonique" te Lausanne geëngageerd en tevens als hoofdleeraar voor cello a. h. conserv. aldaar benoemd. In 1910 werd hij tot lid v. h. concertgebouworkest benoemd, dat hij in 1915 verliet om het Hollandsche strijkkwartet te stichten. Als solist zoowel als kwartetspeler maakte hij vele tournees en trad in de hoofdsteden van Europa op. In 1926 volgde zijn benoeming tot hoofdleeraar a. h. muziek-lyceum te Amsterdam.

< >