* 15. 12. 1853 te Amstetten, ✝ 27. 12. 1928 te Weenen. Oorspronkelijk geneesheer, wijdde zich liever aan de muziekgeschiedenis, gevoelde zich daarbij in het bijzonder door de figuur van Beethoven aangetrokken.
Bovendien deed hij zich kennen als een betrouwbaar schilderijenkenner en was tot zijn dood directeur van een Museum te Weenen, alsmede docent aan de academie „Athenaeum" aldaar. Van zijn werken vermelden wij: „Neue Beethoviana (1887), Beethovens Wohnungen in Wien, Biographie Beethovens, Beethovens aeussere Erscheinung, Beethoven Jahrbuch (1908 en 1909), alsmede Handbuch der Gemäldekunde, Kleine Galeriestudien, Geschichte der Wiener Gemäldesammlungen, enz.