Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Rudolf fitzner

betekenis & definitie

* 4. 5. 1868 te Emstbrunn, violist. Leerling van het Weensche conservatorium.

In 1894 richtte hij het bekende Fitznerkwartet op, bestaande uit: Fitzner, Weissgarber, Czemy en Walter, later (1921) met Hess, Graser en Hugo Kreisler. Het werd in 1927 ontbonden. F. is te Weenen gevestigd.

< >