* 11. 10. 1884 te Hamburg, studeerde te Berlijn (Sternsches Konservatorium en Ed. Behm), is te Hamburg gevestigd als leeraar in de muziektheorie.
Was vele jaren muziekcriticus van den „Hamb. Corr." en het „Hamb. Fremdenbl.” Componist van vele orkestwerken (een symphonie C. gr. t. op. 18 (1926), orkest-suite oj>. 25, orkestvariaties over een „Pastoraal thema" op. 13, symph. ouverture op. 7), vioolsonates, kamermuziek, pianomuziek, liederen, muziek bij G. Hauptmanns Veland. Ook schreef hij een Aufgabenbuch zur Harmonielehre.