Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Robert franz

betekenis & definitie

(eigenlijk Knauth), (Portret plaat 15), * 28. 6. 1815 te Halle a. S., ✝ 24. 10. 1892 aldaar, liedercomponist.

Leerling van Fr. Schneider te Dessau. Vestigde zich 1837 te Halle, waar hij tot zijn dood verbleef. Werd 1841 organist aan de Ulrichskerk, en dirigent der Singakademie, 1859 muziekdirecteur der Universiteit, 1861 dr. h. c. In 1868 trok hij zich wegens toenemende doofheid uit het openbaar leven terug, een huldigingsgave van 30.000 Thaler schonk hem een rüstigen ouderdom. Met zijn 350 liederen heeft hij zich een eereplaats verworven, dicht bij Schubert en Schumann. Zij getuigen van zijn melodierijkdom, zoowel als van zijn muzikale begaafdheid. Uit de begeleiding spreekt de meester, naast den kenner en vereerder van Bach. Franz heeft zeer veel gedaan voor de verbreiding van de kennis van het werk des meesters, alsmede van Händel, Astorga's Stabat Mater, Durante's Magnificat, enz. Met zijn moderniseering van de orkestrale begeleiding heeft hij destijds veel stof opgejaagd, doordat hij de orgelpartijen in het orkest verwerkte, wat de historici hem zeer euvel hebben geduid. Franz componeerde behalve liederen Psalm 117 voor dubbelkoor, een Kyrie en kleinere koorwerken. Zijn biografie schreven R. v. Prochäzka (1894), R. Bethge (1908) en H. v. d. Pfordten (1923).

< >