* 21. 4. 1877 te Gr. Oschersleben, leerling van Bargiel, Herzogenberg en Humperdinck, werd in 1914 benoemd tot cantor en koordirigent der Martin Lutherkerk te Dresden, later tot leeraar aan de orkestschool van de Staatskapel.
Componist van koren, piano- en orgelwerken, een Requiem voor de gesneuvelden (1914), de operette Das Bad int Kaukasus (1918) enz.