* 5. 6. 1850 te Grosswanzleben (Saksen), ✝ 25. 12. 1923 te Marburg, violist. Leerling van Joachim.
Was achtereenvolgens concertmeester te Münster en te Crefeld, muziekdirecteur der universiteit te Marburg, dirigent der philharmonische concerten en der zangschool te Hamburg, directeur van het conservatorium aldaar. Werd in 1904 door de universiteit te Marburg tot doctor h. c. benoemd. Hij componeerde drie sonates voor viool, een pianotrio, een strijkkwartet en schreef een paar werken over Brahms.