(Portret plaat 9), * 7. 12. 1863 te Livorno, componist. Van zeer nederige afkomst, studeerde eerst te Livorno, daarna, dank zij den steun van Baron de Lardarel (wien hij later zijn „Cavalleria" opdroeg) aan het conserv. te Milaan (o.a.
Ponchielli). Hij liep dit echter niet af en werd dirigent van een rondreizend operettegezelschap. Vestigde zich te Cerignola als pianoleeraar en kapelmeester van het stedelijk muziekkorps. Hier schreef hij zijn Ratcliff en zijn Cavalleria rusticana. Dit laatste werk verwierf bij de prijsvraag door de firma Sonzogno uitgeschreven den eersten prijs en heeft, ten tooneele gebracht, een onverwacht en ongeëvenaard blijvend succes gehad. De première er van had 17. 5. 1890 te Rome plaats en in de sedert verloopen 40 jaar heeft het in alle deelen der wereld het hart van het publiek stormenderhand veroverd.Geen van Mascagni's andere werken heeft ook maar in de verte dit succes benaderd. Het meerendeel heeft een vroegen dood gevonden. Van zijn muzikaal-dramatische werken noemen we nog: L’amico Fritz (1891), Les Rantzau ƒ1892), Ratclilf (1894), Zanetto (18%), Iris (1898), Parisina (1913), de operette Si (1919), verder muziek bij Caine's drama The eternal City (1902), een Messa funebre (1900), een Rapsodia Satanica (1915) voor een film, het symphonisch gedicht Davanti S. Teresa, een cantate ter eere van den dichter Leopardi, een Visione lirica voor piano en kamermuziek. Mascagni was 1895—1903 directeur van het cons. van Pesaro, daarna directeur der „Scuola Nazionale di Musica" te Rome.
M. heeft ook als dirigent een goeden naam verworven.