Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Piet ketting

betekenis & definitie

* 29. 11. 1905 te Haarlem, comp. en pianist. Stelde zich, na eenige jaren studie op theoretisch en pianistisch gebied, sinds 1926 onder leiding van Willem Pijper voor compositie.

Is thans gevestigd te Amsterdam. Leeraar Toonkunst-Conservatorium te Rotterdam. Composities: verschillende werken voor piano en andere instrumenten: Trio voor viool, alt en cello (1925); 2 Sonatines voor piano (1926); Suite voor piano (1926); Strijkkwartet No. 1 (1927); 3e piano-sonatine (1927); 2e Strijkkwartet (1927); Sonate voor fluit, basklarinet en piano (1928); „Het daghet in den Oosten" voor 4—8 stemmig koor (1928); Sonate voor cello en piano (1928); 4e piano-sonatine (1929); 3e Strijkkwartet (1929); le Symphonie (1928—1929); Trio voor fluit, klarinet en fagot (1929); Kinderzangspel (1930); Sonate voor fluit en piano (1930). Bewerkingen: 5 cadenzen voor een concert in C van Mozart (1928); viool-sonate van Em. Barbella (1928).

< >