* 17. 10. 1729 te Fauquembergue. ✝ 14. 1. 1817 te Parijs, componist. Kwam 1749 te Parijs, werd er maître d'hotel van den hertog van Orléans.
Pergolese’s Serve padrona deed bij hem den lust ontwaken zich aan de muziek te wijden. Hij nam les bij Gianotti en reeds vijf maanden later schreef hij zijn eerste opera: Les aveux indiscrets, waarvan in 1759 de première plaats had. Weldra kwam hij voor den dag „et Le maître en droit (1760), Le cadi dupé 11761), On ne s’avise jamais de tout (1761). Een heele reeks volgde daarop, waarvan het beste werk is Le Déserteur, in 1769 opgevoerd. Door de revolutie verloor Monsigny zijn vermogen, waarop de Opéra Comique hem in 1798 een jaargeld toelegde. Twee jaar later werd hij inspecteur van het Gons., doch legde dit ambt weldra weer neder. In 1813 volgde hij Grétry op als lid van het Institut. Zijn biografie gaf o.a. A. Pougin in 1908.