* 28. 7. 1791 te Kesselstadt, ✝ 29. 9. 1877 (als predikant te Staden) te Langen, studeerde te Heidelberg. Was als leeraar werkzaam aan het seminarie te Friedberg, waar hij o.m. zijn welbekende liederen voor de jeugd, alsmede orgelpreludia en twee strijkkwintetten componeerde.
In 1839 werd hij predikant te Staden, waar hij 5 kwintetten schreef. Zijn opera Die letzten Tage von Pompeji (tekst van zijn zoon) werd 1853 te Darmstadt opgevoerd. Onder zijn nagelaten papieren vond men nog vele composities, waaronder de opera Claudine von Villa bella (tekst van Goethe).