Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Peter cornelius

betekenis & definitie

(Portret plaat 7), * 24. 12. 1824 te Mainz, ✝ 26. 10. 1874 aldaar, componist. Na als tooneelspeler mislukt te zijn, ontving hij van 1845 tot 1850 muziekonderwijs van Dehn te Berlijn, voegde zich 1852 bij Liszt te Weimar en werd een geestdriftig apostel van de jong-Duitsche richting.

Nadat in 1858 door een kabaal zijn opera Der Barbier von Bagdad fiasco had gemaakt, ging hij naar Weenen, en componeerde er zijn Cid, die in 1865 te Weimar werd opgevoerd. In 1860 verwierf hij een positie aan de Kon. muziekschool te München.Behalve Barbier en Cid componeerde hij, evenals deze op zelf gedichten tekst, de opera Gunlöd (onvoltooid). Verder kent men van hem gemengde koren, mannenkoren, liederen (Brautlieder, Weihnachtslieder, enz.) bewerking van madrigalen, enz. C. was een der fijnzinnigste kunstenaars, dichter-componist met zeer persoonlijke tendenzen. Zijn Barbier is een der beste komische opera's en werd door Mottl en Levi opnieuw omgeïnstrumenteerd en in 1885 te Münschen met succes opgevoerd. Gunlöd werd door C.'s leerling C. Hoffbauer voltooid en door E. Lassen opnieuw geïnstrumenteerd (in 1891—92 te Weimar opgevoerd), ook W, v. Bausznern heeft deze opera voltooid en 1918 en 1919 opgevoerd. Op het Comelius-feest in 1905 te Weimar gehouden, werden Barbier en Cid met groot succes opgevoerd. Max Hasse verzorgde een geheel nieuwe uitgave van alle werken van C. (Br. & Härtel 1905 en v.). Bij dezelfde firma verscheen een complete uitgave van zijn letterk. werken (4 dln.), Een uit gebreide biographie schreef Max Hasse, Der Dichter-musiker P. C. (2 dln. — 1923). Zie ook C a rl Mari a Cornelius, P. C. der Wort- und Tondichter (2 dln. — 1925).

< >