een woord dat twee verschillende begrippen vertegenwoordigt: in de eerste plaats de mechanische inrichting die op de piano de dempers wegneemt of ze weer in werking zet, op de harp en de pauken het verstemmen der snaren, resp. vellen mogelijk maakt; ten tweede de reeks toetsen aan het orgel die met de voeten bespeeld worden en die beter worden aangeduid met den naam „voetklavier", De toetsen van het orgel P. worden vervaardigd van eikenhout en zijn, uit den aard der zaak, langer en breeder dan die van de Manualen; zij zijn gerangschikt als die van de piano n.1. voor C, D, E, F, G, A, en B onder- en voor Cis(Des), Dis(Es), Fis(Ges), Gis(As) en Ais(Bes) boventoetsen. Het P.-spel op het orgel vereischt een zeer bizondere technische vaardigheid en is uiterst inspannend.
Te vaak wordt, bij het kiezen van het orgel als studie-instrument, verzuimd te onderzoeken of de lichaamskrachten die hier noodig moeten heeten wel aanwezig zijn. In de werken der groote orgelmeesters worden aan het P.-spel hooge eischen gesteld.