(Baewerl, Baurl, Beurlin), was 1602 organist te Hora, 1609 te Steyer, wordt door Riemann genoemd als de eerste vertegenwoordiger der Duitsche gevarieerde suite voor een aantal instrumenten. Van zijn werk kent men o.a.; Tien suites in vier deelen; Newe Paduan, Intrada, Dantz und Galliarde (1611) Ettliche lustige Padovanen, Intrada, Galliard, Couranten und Dantz sampt zweyen Canzon zu vier Stimmen (1620).
Ook schreef hij Neue teutsche Gesange (1613).