* 15. 5. 1862 te ‘s-Gravenhage, studeerde a. h. Kon. conserv. van zijn geboortestad; tot 1889 was hij violist bij het orkest v. d.
Fransche opera, solo-saxophonist bij het orkest der schutterij en violist-fluitist van de Diligentia concerten. In 1889 volgde zijn benoeming tot kapelmeester der schutterij te Sneek (thans Sted. Muziekkorps) en tevens tot dir, der Sted. zang- en muziekschool en organist der Herv. gemeente.