Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Paul gilson

betekenis & definitie

(Portret plaat 77), * 15. 6. 1865 te Brussel, leerling van het cons. aldaar, verwierf 1889 den Prix de Rome met de cantate Sinai, werd dat jaar leeraar in de harmonie aan het Brusselsche en 1904 idem aan het Antwerpsche cons. In 1909 legde hij het leeraarsambt neder en werd inspecteur van het muziekonderwijs.

Van 1906 tot 1914 is hij werkzaam geweest als muziekcriticus. Gilson staat in zijn vaderland in hooge eere, sinds de uitvoering van zijn symphonie La Mer in 1892, hoewel hij later zelfstandiger werk, zich kenmerkend niet enkel door een rijke instrumentatie, maar ook door een zekere terughoudendheid en soberheid in de motiefbehandeling, schreef. Behalve La Mer vermelden wij van zijn composities Suite Norvégienne voor blaasinstr., orkestfantasie op Canadeesche volksliederen (1898), Schotsche Rhapsodie, symphonische gedichten Halia en La destinée, de opera's Zeevolk, Prinses Zonneschijn, Rooversliefde en Mater Dolorosa, de dramatische cantate Francesca da Rimini (1892), de koorwerken David en Les Suppléantes, ouvertures enz. Ook schreef hij een instrumentatieleer voor militaire muziek en werken over muziektheorie.

< >