* 15. 7. 1881 te Fürth, advocaat aldaar, streeft er naar de door zijn vader, den zanger Joseph Rutz geopperde theorie, omtrent een constant verband tusschen de houding van het lichaam, speciaal de romp, en het karakter van de klank der stem wetenschappelijk vast te stellen en nader aan te toonen. Schreef een aantal werken over dat onderwerp: Neue Entdeckungen von der menschlichen Stimme (1908), Musik, Wort and Körper als Gemiitsausdruck (1911), Menschheitstypen and Kunst (1921), Vom Ausdrack des Menschen (1926), enz.
Zijn theorieën hebben in sommige kringen instemming gevonden en vooral Ed. Sievers geeft zich moeite ze te propageeren.