landgraaf, * 25. 5. 1572, ✝ 14. 3. 1632 te Eschwege, was niet alleen groot kunstbeschermer (stelde o.a. Heinrich Schütz in staat te Venetië te studeeren), maar heeft zelf ook gecomponeerd.
Men kent van hem talrijke koralen en psalmen, opgenomen in verzamelingen van kerkmuziek, maar in handschrift zijn bewaard gebleven vilanellen op woorden van Petrarca, fuga's voor instrumenten en dansen.